Uit z’n pleidooi: De staat van Nederland:
Zijn kritiek op de opkomst van het puberale in de cultuur, het zogenaamd speels-onverantwoordelijke, quasiludieke element in het publieke discours, lijkt me houdbaar. Je kunt die kritiek als volgt samenvatten: iedere cultuur drijft op een zeker spelelement. … Maar wanneer een bepaalde cultuur misbruikt wordt om af- en toe- te dekken, de rituelen en het spel gebruikt worden door de politieke machten om te verdoezelen en de consequenties van handelingen weg te moffelen, dan is er sprake van valsspelen. Daarnaast fileert Huizinga haarfijn het infantiele puerilisme, dat vol overtuiging aan spelbederf doet. Het ‘warmlopen’ op een woord (gutmensch, elite, racist, tokkie, dino, grachtengordel, theedrinker, vul het zelf verder aan), de honende verbetenheid waarmee de tegenstander tot een karikatuur wordt gemaakt, de ‘mateloze overdrijving in lof en blaam’ – het is allemaal van nu.
Vanavond dus een avond met Bas Heijne in Pakhuis de Zwijger. Maar het pleidooi De Staat van Nederland, is net als z’n columns bij de NRC iedere zaterdag, ook een aanrader.