Het mooie aan dingen die digitaal zijn is dat zaken te kopiëren zijn. Kopiëren kon eerder natuurlijk ook wel, maar digitaal kan het zonder kwaliteitsverlies. Gegevens blijven doorzoekbaar, foto’s verouderen niet, tekst blijft exact zoals het geschreven was (en bewerkbaar).
Exact dezelfde dingen op verschillende apparaten kunnen krijgen. Dat is gemakkelijk, want verjaardagen wil je ook wel eens weten wanneer je niet op de WC zit. En het is wel eens handig dat je in je telefoon ook de adres en e-mailgegevens hebt.
Ik heb het werkend gezien. Al jaren terug, in ieder geval in de eerste helft van de jaren nul, maar toen weigerde ik mijzelf over te leveren aan Outlook. En tot voor kort werkte het bij mij redelijk goed. Via iTunes kon ik goed mijn iPod in sync houden, ook qua adres en agenda gegevens, en tot de voorlaatste versie kwamen Apple machines met een iSync programma dat ook mijn niet-iPhone mooi in sync hield. Perfect. Lokaal. Geen gesleur van mijn gegevens via een zoveelste derde partij. En hoe betrouwbaar die derde partijen ook mogen zijn, de deur kan overal open blijven staan, en met de toename van het aantal deuren waar jouw gegevens zich achter bevinden, neemt ook de kans van diefstal toe.
De trend, die al een tijdje gaande is, is om alles in de cloud op te slaan. Vroeger stond ‘de cloud’ voor het wolkje dat in schematische tekening het internet representeerde, een gedistribueerd netwerk van vele computers, maar tegenwoordig wordt het woord cloud steeds vaker gebruikt voor één server van één bedrijf mee bedoeld, die alles centraal wil beheren. Google bijvoorbeeld, en sinds enkele dagen probeert Apple ons te converteren naar de iCloud.
Waarom zou synchroniseren beter in ‘de cloud’ kunnen? Ik ben ooit eens lid geworden van de sympathieke dienst Soocial omdat onder Linux dat ik toen veel gebruikte het synchroon houden van verschillende apparaten een stuk minder goed ging. Een centraal gecoördineerde service die over het internet werkt kan voor veel apparaten (en diensten) support bieden. Sinds ik ben overgestapt naar het OS-X platform had ik Soocial echter niet meer echt nodig. Natuurlijk is het handig dat je gegevens ergens anders staan, zodat het gebackuped is, maar backups kon ik er ook goed mee inrichten. Verder kan over de lucht synchroniseren een voordeel zijn omdat je dan niet meer met kabeltjes hoeft te slepen. Maar m’n iPod moet toch soms opgeladen worden, dus waarom niet tegelijkertijd even syncen. En m’n telefoon gaat over Bluetooth. Real-time bijwerken hoeft van mij nog steeds niet. Soocial heeft inmiddels wel enkele sterke features zoals het kunnen verbinden met andere webapplicaties, het up-to-date kunnen houden van je eigen gegevens in andermans adresboek (maar dan moeten ze wel allemaal bij Soocial zitten, en dat zitten niet al mijn contacten) en ook voor bedrijven is een centraal adresboek handig om zo contacten gemakkelijk uit te kunnen wisselen. Maar als zelfstandige kon ik mij tot dusver altijd goed redden met het binnenshuis houden van alle gegevens door gebruik te maken van de synchronisatie opties die de Mac bood.
Onlangs gooide Apple echter met de introductie van Mac OS X versie Lion zonder vooraankondiging ‘iSync’ weg. Als vervanger kwam het voor de iPods en iPhones met iOS5 aanzetten welke toegang biedt tot de ‘iCloud’, hetgeen nu ook geïntegreerd in Lion zit. De iCloud is een centrale oplossing. Als gebruiker word ik gedwongen om me over te leveren aan het centraal opslaan bij een derde van mijn eigen gegevens, terwijl het synchroon houden van mijn apparaten zo goed werkte. Noem mij conservatief, maar waarom? Gelukkig was iSync via via wel weer terug te krijgen, maar met iOS5 op mijn iPod liep ik in de valkuil. En toen kwam ik er weer achter wat synchronisatie eigenlijk is: kopieëren van gegevens. Mijn agenda, alles dubbel. Nee natuurlijk, je moet wel alles in de cloud doen. Noem mij behoudend, maar ik pas er voor. Los van het feit dat ik graag zelf controle houd over gegevens geldt voor mij: netzoals al het fysieke (bier, mensen), moeten ook gegevens zo min mogelijk reizen. Het is zuiniger en laat minder achter. Ten op zichte van fysiek reizen heeft electronisch reizen niet de (merkbare) beperking die het fysieke reizen wel kent: het kost tijd.
Vond je dit leuk, volg me op Mastodon, voeg die RSS, euh ATOM feed toe aan je feedreader, of schrijf je hieronder in op mijn nieuwsbrief.
Dit artikel van murblog van Maarten Brouwers (murb) is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie .