Enschede mag best trots zijn op de AKI, de naam van de kunstacademie die langzaam ondergesneeuwd dreigt te raken door het geweld van Artez, de naam van de organisatie waar drie plaatsen hun kunstacademies in hebben laten opgaan. Vorige week heb ik een deel van de eindexamen expositie bekeken, en mogelijk ga ik nog een keer terug om de rest te bekijken. Het is zeer de moeite waard. Zeer divers ook, en veel mooi en/of inspirerend werk. Maar wat schetst mijn verbazing: veel van het juist minder originele werk krijgt aanmoedigingsprijzen. En van een afgestudeerde die ik ken hoor ik dat steeds de minst originele kunstenaars genomineerd zijn voor andere prijzen, beurzen krijgen of toegelaten zijn tot bekendere instituten. Ik heb altijd het gevoel dat over de AKI wordt gedacht als de rommelkunstacademie. Dat ze daar niet een goed omlijnd studieprogramma hebben, en dat wat daaruit voortvloeit dus ook niet echt goed kan zijn.
Hoewel ik zelf geen AKI diploma heb, heb ik wel het geluk gehad dat ik er een tijdje een Minor heb kunnen volgen. En nog steeds is dit voor mij één van de meest inspirerende periodes geweest uit mijn studententijd. Experimenteren stond zo hoog in het vaandel dat je dingen gaat doen die je niet verwacht, die je niet even bedenkt vanuit je bureaustoel. Bijgebleven is een opmerking, die van een mij nog onbekende filosoof kwam, dat alles wat de mens nieuw verzint eigenlijk niet meer is dan een denkfout. Mensen zijn niet automatisch origineel. En dat is wat mij betreft de rol van de kunstacademie, de studenten te trainen gebaande paden te vermijden. Op de kunstacademie moet je raar kunnen, en mogen, leren denken. Om de maatschappij voor te bereiden op dat wat komen zal, of om de maatschappij vanuit een andere hoek wakker te schudden. Met kunst die sterk verwijst naar kunst die de afgelopen jaren al in musea is verschenen is niet iets waar je als jong aanstormend kunstenaar trots op moet zijn, maar juist die mensen winnen de aanmoedigingsprijzen. Voor mij als ‘creatief’ is het juist belangrijk dat kunst inspireert, en verrast, en mij verlost van de waan van alle dag. En dat geld voor andere professionals uit ‘de creatieve sector’ ook: reclame makers, grafisch ontwerpers, designers. Als je moet presteren onder commerciële druk is het lastig om echt vrij te denken. Daarvoor heb je inspiratie nodig. En die komt uit de echte kunst. Design is geen kunst.
Om terug te komen bij de AKI: ik denk dat ze daar een lange tijd in staat zijn geweest om de commerciële druk vanuit de maatschappij te weerstaan. De druk die zegt dat kunstenaars zelfstandig ondernemers moeten worden en hun kunst aan de man moeten proberen te brengen, onder het motto van: ‘we hebben al genoeg uitkeringstrekkers’. Maar ik heb de angst dat AKI, onder druk van het veel professionelere Artez, het autonome aan het afbreken is. Het wordt tijd dat Enschede weer trots wordt op die ‘rommel’-academie met die rare mensen. Misschien zijn ze ook wel raar, en vreemd, en niet helemaal van deze wereld… maar dat is juist wat kunstenaars moeten doen. Voor herhalingen loop ik wel naar de kopieermachine. Wil je zelf oordelen, het is nog steeds mogelijk om eindexamenkunst van de AKI studenten te bekijken in het Rijksmuseum Twente, Tetem 2, en de musea daartussen.
Vond je dit leuk, volg me op Mastodon, voeg die RSS, euh ATOM feed toe aan je feedreader, of schrijf je hieronder in op mijn nieuwsbrief.
Dit artikel van murblog van Maarten Brouwers (murb) is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie .