Generatie Y & Z, de generaties van mensen die na 1980 is geboren is, is inmiddels gearriveerd op de arbeidsmarkt. Nu misschien nog in overzichtelijke getale, straks kan er niet meer om de typische gedragingen van deze generaties heen gedraaid worden. Dit heeft gevolgen voor het bedrijfsleven en de systemen waar zij mee werken. De mensen van na 1980 zijn goed in het werken met technologie, maar zijn daarnaast veeleisend en misschien wel verwend in hun opstelling ten opzichte van 'hoe de dingen nu eenmaal zijn'. Iets voor lief aannemen doen zij niet meer.
De generatie die opgegroeid is met grafische computer interfaces heeft leren communiceren met redelijk goed ontworpen communicatiemiddelen en zullen daarom niet accepteren dat communicatie in het bedrijfsleven vaak loopt via slecht ontworpen en inefficiënte systemen. Ik benadruk: niet accepteren.
Waar eerdere generaties de gekozen systemen voor lief aannamen kan van de nieuwere generaties protest worden verwacht... of ze werken er simpelweg omheen. Naast het interne bedrijfscommunicatiesysteem installeren ze msn, Skype, experimenteren ze met de dingen die op dat moment cool zijn en zorgen ervoor dat ze de mobiele telefoonnummers en desnoods privé e-mail adressen hebben van zij waar ze het meest aan hebben, dwars door hiërarchieën heen. De mensen van na 1980 weten hoe een goed systeem kan werken, en willen dan ook met niets anders werken dan een goed systeem. Ze zijn te ongeduldig om een handleiding door te nemen, en een cursus voor een programma komt hen geheel vreemd over en zal dan ook met desinteresse gevolgd worden.
Deze generatie komt natuurlijk niet uit het niets. Ook eerdere generaties zijn vaak ontevreden over hun werkomgeving. Is de nieuwe generatie verwend? Misschien wel, maar ik denk dat ze echt beter weten hoe je nu, in dit digitale tijdperk, kunt communiceren. De laatste generatie Z misschien nog wel beter dan Y. Ze laten zich niet zonder meer in een bestaande infrastructuur drukken. Systemen die echter de extreem kritische Y- en Z-generaties tevreden weten te maken, zullen ook de eerdere generaties niet tegenstaan.
Dus wat kun je er als organisatie aan doen? Je moet de nieuwe generaties kunnen verleiden met de, mocht deze er zijn, voor de organisatie meest wenselijke manier van samenwerken. Die moet slimmer zijn, of nuttiger dan de systemen die zij al kennen (of misschien gewoon 'vetter'). Of deze systemen zouden op enige wijze moeten kunnen integreren met alle mogelijke middelen waar een Y of Z'er mee zou willen kunnen communiceren. Alternatief, indien mogelijk, kan er in plaats van het standaardiseren op systemen gekozen worden om te standaardiseren op een hoger communicatief niveau: taalgebruik, welke afspraken echt centraal vastgelegd moeten worden, etc. Ondersteunende tools zouden snel toegankelijk gemaakt moeten kunnen worden, en geïnstalleerd kunnen worden als app op een mobiel, of in ieder geval gebookmarked kunnen worden zodat ze de systemen kunnen benaderen vanuit iedere gewenste plek.
De belangrijkste les is dat generaties Y en Z zich, nog sterker dan eerdere generaties, niet zien als werknemers, maar als individuen die op hun eigen wijze een zo'n goed mogelijke bijdrage willen leveren aan het doel van de organisatie (we nemen voor de zekerheid maar aan dat deze in ieder geval helder is). Door hen af te remmen door slechte systemen af te dwingen wordt een groot deel van het potentieel van de nieuwe generaties afgeremd. Voor hen telt niet 'hard werken' als arbeidsmoraal, maar 'goed' werken. Het juiste doen voor de organisatie. Maar dan moet hen dat wel mogelijk gemaakt worden.
Vond je dit leuk, volg me op Mastodon, voeg die RSS, euh ATOM feed toe aan je feedreader, of schrijf je hieronder in op mijn nieuwsbrief.
Dit artikel van murblog van Maarten Brouwers (murb) is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie .