Dames, heren, het is nog net 6 januari, het is weer tijd: de nieuwjaarsrede van murb!
Zou het feit dat het met mij dit jaar zakelijk (mijn eerste jaar 100% zelfstandig) goed ging en privé beduidend minder (zeg maar kut) met elkaar te maken hebben gehad? Een buitenstaander zou snel tot die conclusie zijn gekomen; dat zoiets als de werk/privé balans te ver door zou zijn geschoten (wat niet het geval was). We gaan immers graag voor snelle conclusies, het meest ’logische’: mental shortcuts. Net zoals we graag snel willen kunnen vertellen hoe de vork, volgens ons, in de steel zit.
Kort nadat ik was begonnen met nadenken over wat ik deze keer met nieuwjaar zou moeten schrijven kwam een oude vraag in mij op: “Als in een verlaten bos een boom omvalt, en niemand hoort het, heeft de boom dan wel geluid gemaakt?” Het is niet mijn vraag, deze vraag is lang gelden gesteld door George Berkeley, die deze ook al heeft weten te beantwoorden, met nee. Oh?
De basis van dat antwoord is dat hij, als empirist, concludeert dat als het niet is waargenomen, het ook niet is gebeurd. Rationeel zou je echter kunnen redeneren dat als een boom valt (een gegeven in de vraag) er bij die val van dat object op de grond trillingen ontstaan en dat die trillingen onder meer leiden tot trillingen in het hoorbare spectrum van twintig tot twintigduizend trillingen per seconde; een fenomeen dat we geluid kunnen noemen, als het niet de sensatie ervan is.
Maar wat als we alleen een liggende boom waarnemen in een bos die niemand heeft zien vallen, is die dan wel gevallen? Zelfs logisch gezien kun je dat niet zomaar claimen. Er zijn wel aanwijzingen dat het zo gebeurd zou kunnen zijn, maar of dat zeker zo is gegaan… Dat is het grote dilemma van achteraf iets beoordelen: je kunt het eigenlijk nooit 100% zeker weten of zoiets zo gegaan is. Bij onvoldoende zekerheid mag je dus niet stellen dat het zo is gebeurd.
De vraag over de boom had -ah, het onderbewuste- vast te maken met een andere vraag waarmee ik dit jaar onder meer heb geworsteld: wanneer kun je zeggen dat je hebt geleefd? Heb je, als je geen spoor hebt nagelaten, wel geleefd? Sporen in de breedst mogelijke zin van het woord. Beschadigingen die goed uitwerken, zoals een beeldhouwer een stuk steen mooi weet te beschadigen. Beschadigingen die slecht uitpakken zoals in het geval van b.v. vandalisme. Noem het kunst, werk, een denkwijze, kennisdeling, kinderen, allen zijn het sporen, bewijzen, dat je hebt bestaan. Zoals de boom die we niet hebben zien vallen ook niet gevallen is; heeft de mens die zijn leven denkt te leven, maar waarvan niemand hem of haar heeft zien leven, noch bewijzen heeft achtergelaten van zijn of haar leven, dan eigenlijk wel geleefd? Of ben je, als enige getuige van jezelf, al voldoende? Of kun je meer of minder geleefd hebben afhankelijk van hoeveel mensen je hebben zien leven? En leef je misschien minder wanneer je, als bewuste consument, je voetafdruk op de wereld probeert te reduceren? Of kan je dat compenseren door b.v. meer te publiceren (bijvoorbeeld middels deze nieuwjaarsredes), of deze levenswijze te evangeliseren (idem)? Is ‘genieten’ van het leven dan misschien het tegenovergestelde van leven waarbij je eigenlijk slechts beperkte interacties aangaat met de rest van de wereld (en Calvijn, is het daarom dat genot eigenlijk een zonde is?)? Of is een Facebook-account met veel vrienden en voldoende updates voldoende bewijs? Of moet je gewoon gelee’md hebb’n?
Verbaast over mijzelf hou ik maar op. De gedachte zal nog wel even door blijven dolen. Maar dat geeft niet. Maar het is niet de enige vraag waarover je langer dan kort bij stil kunt (lees: zou moeten) staan. Want kun je zomaar stellen dat vrije toegang tot drugs goed/slecht is? Dat #SR12 wel/niet een probleemveroorzakende inzamelingsactie was? Dat subsidies goed/slecht zijn? Een kleinere/grotere overheid bureaucratischer/efficienter is? Dat God (niet) bestaat? Een hogere beloning to slechtere/betere prestaties leidt? Dat de media het uit de hand lopen van Project X wel/niet hebben veroorzaakt? Dat de banken/de mensen/de maatschappij/de toezichthouders/… verantwoordelijk zijn voor de crisis, sterkernog of er eigenlijk wel/niet een crisis is? Maar ondertussen poneren we dergelijke zaken, zelfs als leken, alsof het wetmatigheden zijn. Met gebrek aan nuance klikken we op like, +1 of retweet, zeggen we eensch/oneensch. Laten we eens blij zijn met die nuances. Blij zijn met een niet-zwart/wit antwoord. Het gekleurde compromis hoeft zo slecht nog niet te zijn [1].
Misschien, zul je denken, is er geen nut om door te zoeken naar de zin en de essentie van leven, maar het levert altijd aanknopingspunten op om nog beter te definiëren waar we eigenlijk naar op zoek zijn.
Voor 2013 hoop ik dat iedereen die dit leest meer bedachtzaam en daarmee ook weer meer nieuwsgieriger wordt. Dat we dingen blijven proberen die je nog niet eerder hebt geprobeerd (lee’m dus b.v.), dat je experimenteert. Want zolang wij vragen blijven stellen en onszelf niet neerleggen bij oplossingen en antwoorden blijven we vooruitgaan. De oplossing en het definitieve antwoord is het einde van de conversatie en de ontwikkeling. Twijfel aan alles [2] en de omarm de zekerheid dat geen oplossing de beste kan zijn. We weten niet wat het beste is. Accepteer dat de wereld vol met multidimensionale problemen zit waar we hooguit van kunnen vaststellen of we ons binnen het beperkte gebied dat we kunnen overzien ons wel of niet bevinden in een lokale piek of een dal of ergens er tussen in [3]. Ondertussen moeten we blijven doorzoeken en vragen. En ontdek, en constateer, maar wees voorzichtig met conclusies.
Daarom een gelukkig vernieuwend 2013! Dingen moeten blijven veranderen (en misschien wel deels naar hoe het ooit was). Niet omdat het nu niet goed is of vroeger misschien zelfs niet iets beter was, maar omdat met grote zekerheid is dat het altijd nog beter kan!
[1] Uitzonderingen zijn er natuurlijk altijd, zo blijft IKEA gewoon fout :) Punt.
[2] Maar ho eens even! Is dit niet een draai van 180 graden ten opzichte van 2012, “Over verantwoordelijkheid gesproken”? Hoewel ik het waardeer, gewaardeerde lezer(es), dat je hieraan twijfelt (je neemt mijn schrijven immers serieus), bedoel ik met overal aan twijfelen niet het eindeloos frustreren van vooruitgang en verandering door het continue oprakelen van al eerder door anderen geponeerde ‘sceptische’ ideeën (denk aan de eeuwige klimaatsceptici).
[3] Die metafoor van een piek komt onder meer voort uit de informatica (of daar ken ik ‘m van). Stel je voor dat je in de bergen bent. En door de mist kun je niet verder dan 100m kijken. Hoe kun je dan weten of je op de hoogste berg bent (of zelfs al op het hoogste punt bent van de berg waar je je nu bevind)? Juist, door te wandelen. Door uit te proberen. En soms kun je om dit te versnellen gebruik maken van heuristiek (ah, de mental shortcuts) die zeggen dat een weg naar boven waarschijnlijk naar de top leidt, maar is het de hoogste? Vier niet dat je op het hoogste punt bent, of dat je het hoogste punt al hebt bereikt, dat weet je niet. Sterker nog, bij gebrek aan objectieve meetapparatuur wordt wellicht zelfs alles relatief.
Vond je dit leuk, volg me op Mastodon, voeg die RSS, euh ATOM feed toe aan je feedreader, of schrijf je hieronder in op mijn nieuwsbrief.
Dit artikel van murblog van Maarten Brouwers (murb) is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie .